Rondom de tweede verjaardag van kind kun je er niet meer om heen. Bij alles wat je voorstelt heeft je kind hét magische woord nee-woord ontdekt. Waar je voorheen nog alles voor elkaar kreeg bij je schattige dreumes merk je rond de tweede verjaardag een verandering. De Nee-fase is begonnen.
Ook interessant:
H&M kortingscode voor 15% korting
Ik zeg nee!
De Nee-fase is één van de belangrijkste kenmerken van de peuterpuberteit. Vaak gepaard met ander gedragsveranderingen zoals niet meer willen slapen ’s middags, driftbuien, stemmingswisselingen en dwarsliggen. Bij de meeste kinderen begint deze fase rondom de tweede verjaardag. Maar is hoop: vaak rond de vierde verjaardag is het voorbij…
Een eigen persoon
Waarom verandert je engel eigenlijk opeens in een bengel? Dit heeft te maken met de ontwikkeling van je kind. De In de peuterpuberteit ontdekt je peuter namelijk dat hij een éigen persoon is. Door jou vooral veel tegen te spreken en overal nee op te zeggen verklaart je peuter jou zijn onafhankelijkheid. Als je het zo bekijkt is de peuterpuberteit eigenlijk één grote onafhankelijkheidsverklaring. Bedenk wel dat je kind niet vervelend doet om jou te pesten, hij is gewoon hard bezig een eigen persoonlijkheid te ontwikkelen.
Wat kun je beter niet doen?
Alhoewel het verleidelijk is om te beginnen met consequent en duidelijk zijn is het beter om je kind niet te straffen. Straffen is een negatieve vorm van aandacht. Je kind zal zich de volgende keer weer vervelend en dwars gaan gedragen om jou aandacht zo te krijgen. Zit je kind midden in een dwarse peuter bui, dan heeft onderhandelen geen zin. Toegeven aan wat het wil, is ook geen handige oplossing. Daardoor krijgen kinderen in de gaten dat driftig en dwars zijn een manier is om zijn zin te krijgen. En dat is natuurlijk ook niet wat je wilt.
Wat kun je dan wel doen?
- Probeer, hoe moeilijk ook, negatief gedrag te negeren.
- Afleiding werkt: probeer een driftbui op voor te zijn door je kind op tijd af te leiden.
- Beloon je kind als het goed gaat! Voor het Voor het zelfbeeld van je kind is het heel goed om positief gedrag te belonen. Vertel je peuter bijvoorbeeld dat je het knap vindt dat ze haar eigen jas heeft aangedaan.
- Als je iets gedaan wilt krijgen van je kind, is het beter om het niet de kans te geven om ‘nee’ te zeggen. In plaats van te zeggen: “Wat wil je op je boterham” kun je bijvoorbeeld de keuze geven uit twee dingen: ‘Wil je de kaas of smeerworst op brood?’
- Peuters vinden het fijn om zo veel mogelijk “zelluf” te doen. Geef je kind die kans! Dit is enorm belangrijk voor het zelfvertrouwen.
Beeld: Publicdomainpictures